RSI - Tennisarm - Golfarm

RSI (Repetitive Strain Injury) ofwel CANS (Complaints Arm Neck Shoulder), is een verzamelnaam voor klachten, symptomen en syndromen die voorkomen in bovenrug, nek- en schoudergebied, armen, ellebogen, polsen, handen en vingers. Dit als als gevolg van het gedurende lange tijd herhaaldelijk uitvoeren van dezelfde, soms kleine en op zich niet inspannend lijkende bewegingen. Met RSI samenhangende aandoeningen zijn onder andere slijmbeursontsteking en peesschede-ontsteking.

RSI-klachten zijn toegeschreven aan onder meer het gebruik van de computermuis, met als gevolg een probleem als de muisarm, of het spelen met andere computerapparatuur met als gevolg de Game Boy-duim, of (vanaf circa 2001) de SMS-duim. Andere problemen zijn terug te voeren naar bijvoorbeeld het doorschuiven van boodschappen door een caissière, of aandoeningen door het spelen van tennis (tenniselleboog).

 

De 3 RSI stadia

RSI-gerelateerde symptomen worden in drie stadia van ernst onderverdeeld:

  1. Waarschuwing: het eerste stadium kenmerkt zich door pijn- en vermoeidheidsklachten tijdens, of kort na het werk. Ze verdwijnen weer na rust. Deze fase is een waarschuwing.

  2. Pijn bij het uitvoeren van verschillende activiteiten: in het tweede stadium houdt de vermoeidheid en pijn ook bij andere bewegingen aan buiten het werk. Ze verdwijnen ook niet na bijvoorbeeld een weekend rust. Er kunnen tintelingen, slapheid en krachtverlies optreden. Het is dan dringend noodzakelijk professionele hulp in te schakelen.

  3. Voortdurende pijn: het derde stadium is ernstig. De pijn verdwijnt niet, ook al beweegt de cliënt niet. Ook ’s nachts blijft de pijn aanwezig. Ledematen kunnen zelfs opzwellen, tintelen en verdoofd aanvoelen. Werken is vrijwel niet meer mogelijk en zelfs het oppakken van een beker koffie doet al zeer.

 

Symptomen

  • tintelingen in vingers of hand(en)
  • het gevoel dat de arm of hand doof aanvoelt
  • pijnlijke pols en/of schouder
  • pijnlijke schouderbladen, armen, nek, rugklachten, vingers
  • hoofdpijn
  • het gevoel dat het lichaamsdeel koud of juist warm wordt
  • onvermogen om de arm op te tillen, bijvoorbeeld ’s nachts
  • wakker worden van de pijn of niet in slaap kunnen komen
  • bij pauze treedt verbetering op maar op den duur heeft u het gevoel dat niets echt helpt
  • misselijk van de pijn, kan voorkomen
  • zodra het werk wordt hervat treden de klachten snel weer op, omdat de spieren weer in de oude krampende houding schieten
  • stijfheid
  • krachtverlies
  • veel pijn en niet kunnen ontspannen door de pijn
  • chronische pijn

 

Behandeling

Het is zaak om zo snel mogelijk, ook bij beginnennde klachten, te starten met de behandeling. Deze richt zich voornamelijk op vermindering van spanningsopbouw in het klachtengebied, maar daarnaast ook op aspecten als:

  • Persoonlijkheid. Cliënten met RSI-klachten hebben gemeen dat ze een perfectionistische inslag hebben. Zelfinzicht en aanpassing van hun perfectionistische gedrag kan voor vermindering van spanning zorgen. Bijvoorbeeld: leren omgaan met hun zelf opgelegde werkdruk. Het werk hoeft niet perse vandaag af! Mensen met een ‘van 9 tot 5 mentaliteit’ zullen niet zo snel last van RSI klachten krijgen.

  • Aard van het werk. Werk waarbij langdurig repeterende bewegingen worden gemaakt zoals typen, knippen en lopende bandwerk zorgen in meerdere mate voor spanningsopbouw in betrokken gebied. Het nemen van herstelonderbrekingen tijdens het uitvoeren van dit soort werkzaamheden is essentieel in het verminderen van het RSI klachtenbeeld.

  • Taken/taakverdeling. Te weinig afwisseling in taken. Een marathon lopen is meer intensief, dan 10 maal 4 kilometer. Herstelonderbrekingen tijdens het werk zorgen voor minder opbouw van spanningsklachten in het klachtengebied. Daarnaast kan afwisseling van taken ook ertoe bijdragen dat cliënten minder eenzijdig werk verrichten en minder snel spanning in het klachtengebied zullen opbouwen.

  • Werkdruk. Weinig of geen tijd voor pauze, psychische druk waardoor een krampachtige houding kan ontstaan. Het nemen van pauzes tijdens het uitvoeren van het werk zorgt ook voor minder spanningsopbouw in het klachtengebied.

  • Werkduur. Meer dan 4 á 6 uur repeterend werk verrichten. De ARBO-norm voor bijvoorbeeld PC-werk bedraagt maximaal 6 uur PC-werk per dag. Dit is niet voor niets. Bij langdurig PC-werk zal betrokken cliënt steeds meer spanning opbouwen. Meer dan 6 uren werken zorgt voor intense spanningsopbouw in het klachtengebied.

  • Werkhouding. Het niet goed ingericht zijn van de werkplek: te laag of te hoog afgestelde stoel, geen armleuningen, het beeldscherm niet op de juiste hoogte. Het gevolg hiervan is een inactieve werkhouding die zorgt voor een soort ‘knikpunt’.  Een knikpunt dat ontstaat op de overgang van nek naar de wervels waar de ribben aan vast zitten. Tevens worden de spieren in dat gebied bij een inactieve houding ‘uit elkaar getrokken’, waardoor deze spieren gaan reageren met verkorting. Hierdoor wordt veel sneller spanning opgebouwd in deze spieren.

  • Conditie. Cliënten in een goede conditie, kunnen meer hebben qua belasting.

  • Regelmogelijkheden. Te weinig zeggenschap over de taakverdeling, geen mogelijkheid tot eigen werktijd indeling en geen pauze kunnen nemen. Minder zeggenschap en verantwoording binnen het uitvoeren van werktaken heeft tot gevolg dat cliënten dit minder aangenaam vinden; en dit zorgt voor opbouw van stress en heeft een negatief effect op RSI-klachten.